Er staan kortverhalen in de steigers en die willen af. Waar gaan we dan heen? Naar Schiermonnikoog. Of een klooster, of een tuinhuis, of enig welk afgezonderde hutje-op-de-hei om een stok achter de deur af te dwingen.
Een groot voorrecht viel mij toe: ik mocht enkele dagen schrijven in C.O. Jellema’s bibliotheek.
U moet weten: al die geweldige literatuur is ontstaan door veel zweet en hard zwoegen. Die pagina’s vullen zichzelve geenszins. En in het gewoel en gedruis van alledag lukt het vaak nog heel aardig om commercieel werk of luchthartige verzen te componeren, maar een duchtige onderdompeling in de eigen ideeënvriezer: dat vergt een ander soort aandachtsconcentratie; een zekere ontkoppeling van het dagelijks geraas. Of misschien heb ik niet genoeg discipline, of ben ik hier nog te jong voor. Dat kan ook.
Vol dankbaarheid ben ik deze week toegetreden tot de Illuminati van Oosterhouw.
Wilbert van de Kamp paste op het huis en stelde ten doel: tijdelijk open voor alles en iedereen. Er werd getrouwd, gegeten, gezwartezield, gesneeuwklokt, gemusiceerd en geschreven.
Eerder interviewde ik Wilbert bij Schepen aan de Horizon.
Huizen die jonge mensen enkel kennen uit films als The Remains of the Day, of Was Nützt die Liebe in Gedanken. De analoge wereld woont nog ergens in ons hart. Of misschien woonden je (over)grootouders wel zo? Kortom, in elk geval: het mythische eens van heel dichtbij te hebben ervaren. Intiem, welhaast.
Ik voelde me er meteen thuis. Misschien was ik in een vorig leven een Graaf.
Toch wende het niet meteen. Daar is vast wat meer tijd voor nodig. Ik kom graag nog eens terug, dan verschans ik me opnieuw temidden van many a quaint and curious volume of forgotten lore. Want omgeven door grote geesten die je aanmoedigen vandoor de eeuwen, is het lustig denken geblazen.
Vers
Fluister me je plattegrond,
adem je decennia van stof
’t Is niet eenvoudig van mij houden
maar zodra je me geraakt hebt
ben je hier.
Onze harten
open deur
Een deel van mijn verhaal
laat ik hier achter,
een souvenir neem ik weer mee
De pas overleden Klaas Noordhuis (die er 27 jaar woonde) omschreef zijn levensinstelling als “schoonheid is mijn vak, dat zit in alle dingen,” je merkt dit aan alles in Oosterhouw. Soms gaat dat niet altijd even gemakkelijk, net als met mensen. Ik zie het huis dan ook het liefst als een persoon. Een oud-oma met om zich heen een enorme familie van Oosterhouwers.
Het is een betoverd, halfgetemd, koesterbaar, levend woonmuseum.
Laat je betoveren.
Links
- De oude website van Oosterhouw
- film over de Tuin
- film over Jellema
- De Oosterhouw Podcast
- Website Klaas
- Het blog van Christiaan
- Artikel Laura Stek
- Oosterhouw Binnenstebuiten
- videoclip Nicole Bus
- James Worthy in het Parool
- Artikel in De Morgen over de podcast
- Artikel DVHN – het slot
plus nog één - film Envoi van Carin Schripsema