Met de erfenis van de contrabas in het achterhoofd, is de fretloze basgitaar een verdere verfijning voor iedere basgitarist. Ik speel mijn halve leven op gefrette instrumenten; dit is een heel nieuw avontuur.
Dit verhaal begon al op de middelbare school (nog voor mijn akoestische en 5-snarige basgitaren), waar er een oude Japanse ’70s HS Anderson in een hoekje stond te verstoffen. Ik vroeg of ik ‘m niet mocht kopen. Dat mocht.
Een oude HS Anderson basgitaar in originele staat – zo was de mijne ook ooit
Revolutie, reconstructie
Dit instrument wilde niet zingen: het geluid en gevoel inspireerden niet. Ongeveer in 2005 / 2006 ben ik begonnen met een grote operatie: de frets eruit. Maak ‘m fretloos. Pastorius! Zoem zoem.
Piet van Zundert hielp me destijds met schuren en lakken. En bij het lakken ging het niet helemaal goed. Helemaal niet, zelfs. De lak ging bruisen. Ik was er goed flauw van. Het project lag ongeveer acht jaar stil.
Afgelopen zomer belde ik Don Hofstee en vroeg hem, of hij mij wilde helpen. Deze basgitaar moet af.
We hebben hout ingelegd op twee plekken (waar eerst respectievelijk halselement en brug waren). We hebben een modern Kent Armstrong-pickup ingefreesd op de optimale positie (zie album op Flickr).
De electronica hebben we heel minimalistisch gehouden: geen toonregeling, geen fratsen. Later kunnen we nog een humbucker-switch inbouwen, maar voor nu eerst volstaat een volumeknop. En die is wel origineel en vintage.
Uitwerking
Telkens als ik naar Don toe fietste, zette ik Runkeeper aan.
Ook heb ik het heropbouwproces gedocumenteerd met foto’s die nu in Flickr staan.
Niet alle afstanden die ik met Runkeeper bijhield, leidden naar Feerwerd
+
Zie het album op Flickr voor meer foto’s van het proces
=
Het is een uniek instrument geworden, met eigenschappen van toen en nu. Met één voet in de traditie, en met één in de toekomst.