Een vriend vroeg me een gedicht te maken voor zijn haard. We hebben ons gebaseerd op Tollens’ Winteravondliedje. De briefing was aldus:
- het eindresultaat diende gebaseerd te zijn op een vers uit ongeveer dezelfde periode als waarin het huis gebouwd is
- huiselijk, warm, veilig, knus… en meer gemoedelijke sleutelwoorden
- de naam van het huis (Twinkel) diende erin verwerkt te zijn
Dit is het eindresultaat (en staat in marmer gezandstraald):
Het Oosten blaast, het wintert fel,
‘t Is buiten vinnig koud:
God dank! wij hebben wijn en hout.
Wij zitten warm en wel.
Al zijn de bomen wit als dons,
de grachten hard als lood,
er gloeit een twinkel in ons hart,
wat deert het ons?
Je kunt zien op deze foto: ik ben hier beretrots op.
Op deze foto kun je de tijdloze letters beter zien:
Een monument dat mij vast zal overleven.